Stap 1: Doelen
Het sturingsmodel start met een council van belanghebbende partijen die doelen hebben voor de kwaliteit van het landelijk gebied. De belangen daarbij kunnen beleidsmatig, commercieel of maatschappelijk zijn. De councilleden bepalen wat de na te streven doelen zijn voor de regio. Deels zijn dit landelijke, of zelfs Europese generieke doelen, deels zijn dit regio-specifieke doelen. Ook voor generieke doelen kan gelden dat zij aan effectiviteit winnen bij een concrete vertaling naar de regio. Belangrijk is dat dit kwaliteitsdoelen zijn op, systeemniveau. De systeemgrenzen zijn hierbij zowel het individuele bedrijf als ook de regio, of onderdelen van die regio, zoals het stroomgebied van een beek e.d. Belangrijk is dat de doelen eenduidig zijn, begrijpelijk voor de doelgroep, geldig voor langere termijn (termijnlengte nader te bepalen) en zijn te objectiveren c.q. te kwantificeren. Ofwel de doelen moeten SMART zijn: Specifiek (eenduidig), Meetbaar, Acceptabel; Realistisch en Tijdgebonden.
Stap 2: Prestaties
De boeren weten nu waar ze aan toe zijn en kunnen hun bedrijfsvoering daarop richten. Zij zijn nu aan zet om de doelen te gaan halen. Het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsvoering is de resultante van tientallen grote en kleine strategische, operationele en dagelijkse beslissingen. De uitdaging daarbij is om gestructureerd in samenhang, te werken aan alle of meerdere gestelde doelen op zo’n manier dat het de technische en economische resultaten ondersteund. Daarvoor is voor elk bedrijf een samenhangend BedrijfsOmgevingsPlan nodig. Een goede kennisinfrastructuur waar de boeren gebruik van kunnen maken is hierbij van groot belang. Die kennisinfrastructuur moet toegankelijk, vraag gestuurd, professioneel en geloofwaardig zijn. De vereniging VKA voorziet in een dergelijke infrastructuur.
De Council ondersteunt het leer- en verbeterproces van de individuele agrarische ondernemers met faciliteiten op het gebied van onderzoek, organisatie en communicatie.
Stap 3: Monitoring
De resultaten van de boeren moeten worden gemonitord. Die monitoring moet matchen met de doelen, zowel wat betreft de definitie (het kengetal) als het niveau waarop wordt gemonitord (systeem). Voor niet elk doel is nu een dergelijke monitoringsmethodiek beschikbaar. Die zal gericht moeten worden ontwikkeld. Die ontwikkeling kan slechts beperkt binnen het kader van deze pilot plaatsvinden. Er zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij door overheden en ketenpartijen ontwikkelde monitoringsystemen.
Stap 4: Borging
Monitoring alleen is niet genoeg. Belangrijk is dat de gemeten prestaties te borgen zijn. Councilleden moeten, met een bepaalde mate van zekerheid, erop kunnen vertrouwen dat de data uit de monitoring betrouwbaar zijn. Borging is een belangrijk vraagstuk waaraan door diverse partijen op meerdere onderwerpen wordt gewerkt. Vanuit deze pilot wordt aangesloten op die ontwikkelingen. Borging kan leiden tot certificering. Ook hierbij wordt aangesloten op bestaande door overheden en ketenpartijen ontwikkelde certificeringsmodellen. Indien gewenst en mogelijk wordt aan de ontwikkeling van borgings- en certificeringssysteem vanuit deze pilot een bijdrage geleverd. VALA is in deze opzet de uitvoeringsorganisatie organisatie die de borging en certificering coördineert en toeziet op een correcte uitvoering. VALA heeft deze taak reeds voor het thema natuur, landschap en biodiversiteit. Het is een vanuit de overheid gedelegeerde taak heeft om uitvoering te geven aan beleid en het toezicht op een correcte uitvoering daarvan.
Stap 5: Beloningen/waarderingen
Op basis van de geborgde resultaten krijgen de boeren toegang tot beloningen en waarderingen. De aard en het niveau van de beloningen zijn er op gericht de boeren intrinsiek te motiveren hun prestaties integraal te verbeteren op de geformuleerde duurzaamheidsthema’s. Verduurzaming wordt zo een bedrijfsbelang dat bijdraagt aan de kracht en continuïteit van de onderneming. De integraliteit komt tot uiting door de beloningen beschikbaar te stellen voor pakketten van geborgde prestaties. Waar beloningssystemen al in de maak zijn, wordt daarbij aangesloten. Nieuwe beloningen en waarderingen worden met de belangenpartijen in de Council verder ontwikkeld.
Lerend systeem
De ontwikkeling van elk van deze stappen is onderdeel van de pilot. Ze vormen één samenhangend, lerend systeem. De leercurves en feedbackloops zijn weergegeven in dit plaatje
De essentie van dit lerende systeem is dat er een grote mate van verbondenheid ontstaat tussen de Council en haar doelen en de boeren en hun prestaties. Partijen moeten bereid zijn om van elkaar te leren.
Waarom is dit een belangrijke ontwikkeling?
De directe inkomensondersteuning vanuit Europa zal de komende GLB-periodes afnemen. Het totale EU budget wordt verlaagd, de vergoedingen in heel Europa worden op den duur gelijk getrokken en er komen steeds meer voorwaarden waaraan voldaan dient te worden om de Europese landbouwsubsidie te blijven ontvangen.